|
|
Hans Verweij |
|
|
|
Solo-expositie bij RAM:
|
|
|
|
|
Groeps-expositie of Beurs:
|
|
|
|
|
Boeken: |
|
|
|
|
Edities in de RAM Shop: |
|
|
|
|
|
|
Citaat openingswoord Rien Vroegindeweij
Wat moet je, als opener, over Hans Verweij zeggen. Zelf is hij een man van weinig woorden. Over de kunst in het algemeen wil hij nog wel eens een rake opmerking maken, maar je moet wel heel erg aandringen om iets over zijn eigen kunst van hem te weten te komen. En als dat lukt, wat krijgen we dan te horen? Bij voorbeeld:
Een schilderij is een lap linnen met verf erop. Meer niet. Dat is het en blijft het. En toch is een schilderij méér. Dat is het punt waar het praten moet ophouden en het kijken begint.
Waarover men niet spreken kan, moet men zwijgen. Waar het praten ophoudt begint het kijken.
Aan de andere kant is Hans Verweij wel degelijk een man van het woord, met name van het geschreven woord, want ik ken hem als een groot liefhebber van de wereldliteratuur, als een scherpzinnig en kritisch lezer. En dat is een talent dat onder beeldende kunstenaars toch uniek genoemd kan worden.
C. B. Vaandrager beschreef hem in zijn autobiografische roman De Hef als de intelligente painter en Bob den Uyl schreef in de verhalenbundel ‘Een zwervend bestaan’ uit 1977 over de eminente kunstenaar J.C. Verweij, die in één klap zijn reputatie vestigde met de verpletterende uitspraak: “Kunst is namaak”.
Wat voor kunstenaar is Hans Verweij eigenlijk? Daar is, in materiële zin, een simpel antwoord op te geven: een tekenaar en een schilder. Papier, pen, inkt, doek, penseel, olieverf. Dat zijn de materialen waarmee hij werkt, of beter gezegd, waarmee hij van jongs af aan zijn leven heeft ingericht. |
|
|
|
|