9 maart 1600 uur opening door Hans Walgenbach directeur Historisch Museum Rotterdam

Bij de expositie wordt een boekje gepresenteerd 'Interieurs' 2004-2006 , tekst Jan van Adrichem, Amsterdam.

Hans Verweij heeft de afgelopen vijftig jaar een consistent en geheel eigen oeuvre opgebouwd. Al tekenend en vervolgens ook schilderend heeft hij een eigen stijl ontwikkeld met een sterke zeggingskracht die zijn werk zeer herkenbaar maakt. Begonnen als tekenaar zette Verweij in snelle lijnen en met een zekere nonchalance figuren en voorwerpen neer. Wanneer hij gaat schilderen blijft de tekenaar in hem meestal herkenbaar. De spontane en intuïtieve manier van werken die zo kenmerkend is voor zijn manier van tekenen wordt ook karakteristiek voor zijn schilderijen. Dikwijls gebruikt hij het penseel om lijnen neer te zetten als begrenzing van een vlak en als aanduiding van een richting of een vorm. Hierbij vormen vlakken en lijnen een ritmisch geheel, dat zich over het geschilderde veld uitstrekt en wordt ervaren als een organische eenheid. Door deze geconcentreerde en intuïtieve manier van werken krijgt het werk een hoge mate van vanzelfsprekendheid. Het resultaat is een heldere en trefzekere compositie waarin van alles gebeurd en sprake is van een poëtische metafoor van de waarneming. De werkelijkheid zoals die dagelijks door iedereen wordt waargenomen is de grondslag van zijn werk, daarin vindt Verweij de aanleiding om te tekenen en te schilderen. Wat Verweij zijn schilders taal noemt leidt tot bewegelijke vormen die herinneringen oproepen aan of verwijzingen zijn naar wat wij kennen of weten. Herinneringen en associatie bepalen de inhoud van zijn werk dat daardoor en door de de directe en intuïtieve manier van schilderen een eigen wereld tussen werkelijkheid en fantasie oproept. citaat Hein van Haaren